ALCUIN OLTHOF

Alcuin Olthof huisje header
Zoek
Sluit dit zoekvak.

In memoriam

Het bericht van het verongelukken van de poolreizigers raakt mij.

Jaren geleden woonde ik een boekpresentatie van Annemarie Rakhorst (SeArch) bij. Het boek ging over duurzaamheid en Marc Cornelissen gaf een ondersteunende presentatie over zijn expeditie naar de poolkap en vertelde over zijn bevindingen. Kennen is dus wat veel gezegd. Later kwam ik bij een collega zijn boek ‘Zuiver Noord tegen, mocht het lenen en werd mij bewust van de bruikbaarheid van de ‘lessons learned’ bij teambuilding en andere management processen. Maar waar zat mijn geraaktheid?

Geraaktheid

Ik vertelde een vriend over mijn geraaktheid en hij was niet verbaasd. In tweede instantie stelde ik hem de vraag hier meer over uit te weiden. Het werd een mooie reflectie over het archetype van de man die de (ijs)wildernis intrekt om de grootsheid van de wereld of het universum te ontmoeten in de kleinheid van zichzelf. In de (pool)reiziger herkent hij iemand die in zichzelf kan zijn en met zichzelf kan reizen.

Tegenkant

Uit een van de verslagen van Marc herinner ik mij dat gedurende de dag de conversatie door de weersomstandigheden zeer beperkt mogelijk is. Je reist samen, maar ondanks dat je samen op pad bent, ben je in je zelf gekeerd, je weet wat je te doen staat. In het Spartaanse bestaan, de kilte, de leegte, de fysieke inspanning en het alleen zijn vind ik herkenning vanuit mijn skitoertochten. Ik ken daarbij ook de tegenkant; de overweldigende pracht van de natuur, de fysieke voldoening, de afdalingen in donsachtige poedersneeuw, het uitzicht op de top, de warmte van de hut en de kameraadschap, gebaseerd op samen doen.. Zit hier mijn geraaktheid?

Sporen trekken

Ik zoek verder en verplaats mij in de stille reiziger die sprakeloos zijn sporen trekt. Zich in stilte verbaasd over de helderheid die hij in zichzelf ziet over zichzelf en de bedreiging van de smeltende ijskap en over het daaraan tegenovergestelde onbegrijpelijke onbegrip van de ander die hem en zijn drijfveren maar niet doorheeft.

Ultieme reis

In het onbegrip van de ander tegenover de helderheid van hemzelf, voelt hij zich onbegrepen, soms eenzaam en alleen met zichzelf. Het verklaart zijn hunkering naar contact, diepgaand contact, allereerst met zichzelf, zijn diepste zelf. Daar zit zijn passie, zijn vuur dat hem gaande houdt. Die gang naar binnen is zijn ultieme reis, op weg naar het vriespunt waarin hij, juist hij, kan smelten.

De grens

Mijn vriend verwoord het als volgt: “Want die poolreiziger hunkert in zijn strijd net zozeer naar de echte ontmoeting – maar vindt de ontmoeting, of het leven, niet zomaar goed genoeg, en moet daarom aan den lijve voelen dat hij leeft. Dat het echt is. Dat voelt hij het beste op de grens met gevaar, dreiging, uitputting, volstrekte stilte, bijna dood. Op die grens, vlak daarvoor, weet hij dat hij niet méér is dan een kwetsbaar mens, en per saldo alleen op de wereld zijn weg moet gaan, uiteindelijk zijn eenzame uiteinde tegemoet. Ooit komt het moment dat `vlak daarvoor` omslaat in `net eroverheen`. Dat is Marc Cornelissen gebeurd, een eenzaam uiteinde. Daarom is het met name zijn dood die zo aangrijpend kan zijn, omdat zijn sterven de hele weg daar naar toe in het juiste licht zet. Zijn dood vergroot uit waar het voortdurend om gaat, bij de poolreiziger, de man op weg naar zijn witte horizon”.

Herkenning

Hier herken ik opeens het serieuze spel rond de grens, de confrontatie met de dood en ik realiseer mij dat het mij ook kan overkomen.

‘Wraakzuchtig en gewelddadig springt de aarde uit de aarde tevoorschijn

En gaat vervolgens sierlijk en majestueus over de aarde rond.

Uit aarde bouwt zij paleizen en richt zij torens en tempels op.

Zij weeft over de aarde mythen, leerstellingen en wetten.

 

Dan is ze moe van haar zware arbeid

En schept uit haar stralenkrans dromen en fantasieën

 

Daarop verschalkt sluimer haar zware oogleden

Die zich luiten in een kalme, diepe slaap

 

En aarde roept de aarde toe:

‘Ik ben moederschoot en graftombe

En schoot en tombe zal ik voor immer zijn,

Tot de planeten niet meer bestaan

En de zon is vergaan tot dode sintels.’

 

Kahlil Gibran

 

Foto uit de mediatheek op de website van Marc Cornelissen

 

 

 

Deel dit bericht

Er valt meer te ontdekken

Architectuurnomaden

Gastvrijheid

Voor ‘het huis van de kunstenaars’ word ik aangesproken. “Of ik op het dak de bergen van het Atlasgebergte wil zien”. Ja, dan heeft hij mij

Lees verder »

Stuur me nieuwe berichten

Houd me op de hoogte