Bij een werkbezoek aan het project Casa del Vicino [werktitel] bekijkt architect Alcuin Olthof ook een potentiël project voor een zoekende opdrachtgever.
De oprijlaan oogt dicht begroeid en ergens is er een ketting over de weg gespannen. Toch blijkt de villa niet genoeg verstopt voor vandalen. De klassieke haarden vertonen sporen van vandalisme. De (vermoedelijk) natuurstenen schouwen zijn bij alle vuurplaatsen gesloopt.
De juiste perceelgrenzen zijn niet bekend. Het gebouw ligt ingebed in het geaccentueerde terrein. Verder op staat een klein rond paviljoen. Het uitzicht vanaf de verhoogde positie wordt nu geblokkeerd door de zwaar verwilderde tuin. Je koopt dus niet alleen een te restaureren en te moderniseren villa, maar ook een groot perceel.
Een project komt tot leven als het een naam krijgt en daarmee identiteit.
Deze verkenning kreeg de titel; Villa Cosmas [werktitel]
Cosmas en Damianus van Cyrrhus waren broers. Ze waren afkomstig uit de stad Aegae. Hun moeder was een vrome vrouw en heette Theodota. Ze studeerden medicijnen en kregen daarbij van de Heilige Geest zoveel bijstand dat zij alle ziekten en kwalen wisten te genezen. Niet alleen bij mensen, maar zelfs bij paarden. Nooit lieten zij toe dat zij voor hun zorgen betaald werden.
Zij zijn de beschermheiligen van artsen, chirurgen en tandartsen; apothekers en drogisten; van bandagisten (vervaardigers en handelaars van breukbanden); van kappers en barbiers (in vroeger tijden oefenden zij voor arme mensen vaak de geneeskunst uit; soms legt men hier verband met de op Cosmas’ naam gelijkende ‘cosmetica’); van bakers en vroedvrouwen; van fysici; van badmeesters; van waskaarsenmakers, marskramers en suikerbakkers.