Dit keer vloog ik op Genua voor het werkbezoek aan het project ‘Casa del Vicino’ in Cairo Montenotte. De stad Genua kende ik alleen uit verhalen en de boeken van Ilja Pfeiffer. Het reisschema en de afspraken maken het mogelijk een dag in de stad te verblijven.
Ik vind een slaapplek in de buurt van het station en trek vanuit dat punt de stad in.
De oude stad
Met de verhalen van Ilja in mijn geheugen bezoek en ervaar ik het middeleeuwse centrum, Centro Storico. Met de herkenbaarheid van stadsmuren, poorten lijkt dit oude stadsdeel goed bewaard gebleven. De kleine pleintjes vormen lichtende puntjes in het schemerige netwerk van de vele smalle en donkere straatjes. Door de pandemie zijn veel van de kleine winkeltjes gesloten.
Staglieno cemetery
De zoon van een vriend werkt al jaren aan materiaal voor een documentaire over de begraafplaats. Het is volop zomer en warm in de stad. De begraafplaats gaat vroeg open (07.30 uur). De bereikbaarheid vanaf het station moet niet moeilijk zijn. Ik plan een bezoek in om mij een beeld te vormen bij de vertelde verhalen.
Heuvels
Genua is tegen heuvels opgebouwd. Vlak na het vlakke stationsplein begint het klimmen. In de straatwand een solitaire lift die mij naar een opgetild straatniveau brengt waar verschillende appartementengebouwen worden ontsloten. Onbereikbaar voor de auto is de straat met terrazzo afgewerkt en ontstaat een vervreemdend gevoel tussen binnen en buiten, privé en openbaar.
Een stad voor de doden
De locatie is net buiten het centrum. Als ik uit de bus stap sta ik onder de hoge muren die de begraafplaats ommuren. Via een grote poort kom ik bij de galerijen uit. Lange nog schemerige gangen met veel renaissance beeldhouwwerken, die de doden gezelschap houden.