Een eerste actie is het bezoeken van de locatie.

De bomen en de bossage vormen de voor deze streek bekende ‘groene kamers’.

Voor in de kamer, langs de weg staat het huis, de schuur en het ‘bijgebouw’ (?).

In de gesprekken gaat het over het gebruik van het land, verpachten, eigendom en de mogelijke bedreiging van het water. Niet vanuit zee, maar vanuit het achterland. 

Verhalen over het nabuurschap, het inburgeren en de plannen; een voedselbos, het herstel van het intensieve landgebruik door de pachter, het terugplaatsen van heggen en hagen.

De verhalen en gesprekken sturen de eerste ruimtelijke verkenning; de historische ondergrond, lokale ecologische waarden, de ontsluiting, de plek en de oriëntatie van de gebouwen. 

In een eerste schetsmaquette onderzoek ik de relatie tussen de volumes van de schuur en het bijgebouw.